Igor's Soul Train Soul CC Palethe Pelt (01-12-2023) reporter & photo credits: Freddie info club: CC Palethe © Rootsville 2023 |
---|
Hail Don Cornelius (1936-2012), want hij was het die we moeten bedanken dat 'Soul Train' tussen 1971 en 2006 met 35 seizoenen één van de langst op TV verschenenprogramma's maakte in de VS. Uiteraard bedanken we als soul liefhebber zo ook Igor Maseroli op onze blote knieën wanneer hij deze muziek hier in het 'CC Palethe' weer tot leven zal komen te wekken.
Vele van de iconische namen uit de soul en funk wereld zijn al een tijdje niet meer onder ons of zijn closer met het rusthuis dan met de dansvloer en verwacht dus ook geen namen als James Brown, The Temptations, The O'Jays, Harold Melvin & The Blue Notes, The Chilites, Earth Wind & Fire of Van McCoy op het podium. Nee, Igor Maseroli (sax) wist voor zijn begeleiding vanavond wel namen als Jan Ieven (bas), Patrick Cuyvers (Hammond), Bart Ieven (gitaar), Dirk Oliestelde (drums), Roel van Wijk (trompet) en de soulvolle Stefanie Onclin (zang) te strikken.
Bij het binnenkomen van 'CC Palethe' werden we opgewarmd door spinner 'Mr. Critical' die me niet onmiddellijk wist te triggeren want we kregen eerder funky 'club remixes' op ons bord dan ol'school soul. Het grote merendeel van de bezoekers (inclusief mezelf) kan je dan ook niet meer terugvinden in de hedendaagse danstempels of ze moeten zich begeven naar 'De Kroon' in Scherpenheuvel op zaterdagavond en zo wordt ik er dan maar attent op gemaakt dat het thema eigenlijk 'Igor's Soul Train' is vanavond.
Het moment is aangebroken om deze 'Igor's Soul Train' uit de startblokken te laten schieten. De yell van 'Do you like good music, That's sweet soul music', daar bleven we van verscholen laat staan dat we meegevoerd werden naar Wilson Pickett zijn 'Land of 1000 Dances'. Ook de horny horns van Fred Wesley op zijn 'Gimme Some More' bleef nog in het vriesvak zitten. Nee, we kregen eerder een uiteenzetting over de drie voornaamste steden in American history wanneer het soul muziek betreft en zo begon het verhaal in de 'Big Apple' met als moderator Igor Maseroli. Als intro kregen we 'Soul Finger' van 'The Bar-Kays' en bracht de band samen met 'Stefanie Onclin' ook een stukje 'Oh Happy Day' maar dat is dan weer een Gospel.
Als eerste in Igor's verhaal belanden we bij Herb Abramson en Ahmet Ertegün die in 1947 het platenlabel 'Atlantic Records' kwamen op te richten. In de beginjaren wan dit label kwamen er verschillende muziekstijlen aan bod gaande van Jazz, over Soul, Rhythm 'n Blues tot zelfs Blues. Met namen in hun rangen als Erroll Garner, Dizzy Gilespie, Sarah Vaughan en ja ook met de blues van Leadbelly en Sony Terry was 'Atlantic Records' toen voorbestemd om één van de grootse labels te worden voor de 'zwarte' muziek en dit ook onder de vleugels van Jerry Wexler.
In 1952 tekende zo ook Ray Charles er een contract meer het uithangbord was en blijft nog steeds de Rhythm 'n Blues singer 'Ruth Brown' die met haar in 1950 uitgebrachte 'Teardrops in My Eyes' meteen ook de nickname meekreeg als zijnde 'The House That Ruth Built'. Meteen ook het momentum om 'Stefanie Onclin' terug aan het woord te laten met haar versie van 'Natural Woman' van de Queen of Soul 'Aretha Franklin'.
Onder de tonen van 'Papa Was A Rollin' Stone' begaven we ons zo richting 'Detroit' aka 'Motor City'. Het is daar, en ook vanavond hier, dat Berry Gordy in beeld komt. Hij was het die 'Tamla Motown' kwam op te richten een samenraapsel van 'Motown Records' en 'Tamla Records'. Zo ontstond er ook ginds een hitfabriek met als opname studio 'Hitsville USA'. Eén van de eerste hits bescheiden werd 'Reet Petite' van Jackie Wilson.
Deze 'Motown strekking bracht ons namen als 'The Supremes', 'Stevie Wonder', 'Marvin Gaye', The Temptations' en zo vele andere en zo stroomde er ook meteen een nieuwe muzikale golf over Europa. Igor bracht ons zo ook enkele vergelijkingen zoals de 'Stones' met 'Marvin Gaye' maar hier aan deze kant van het water hadden we misschien wel het duwtje nodig van The Rolling Stones' of 'The Beatles' om de 'zwarte' muziek hieraan deze kant van de oceaan te laten doorbreken. Toch ook nog een muzikaal intermezzo met 'Son Of A Preacher Man' van Dusty Springfield. Een blanke ziel met een zwarte soul en zo ook een vleugje 'Memphis Soul' geproducet door Jerry Wexler van...'Atlantic Records'.
Nee, nog steeds geen echte 'Live' muziek maar een verdere uiteenzetting en zo reizen we richting Memphis voor de Southern Soul en het derde invloedrijke label 'Stax'. Het label werd in 1957 opgericht door Jim en Estell Stewart. Het opmerkelijke uit die periode is dat de Stewart's blank waren en zich zo kwamen te roeren in de 'zwarte' soul muziek al was hun eerste core business 'Country & Western'. Hun uithangbord voor soulmuziek werd dan vader en dochter Rufus en Carla Thomas.
Hun opname studio kreeg dan de naam 'Soulville USA' mee met als huisorkest 'Booker T & The MG's'. Als muzikaal intermezzo kregen we toen een stukje van 'These Arms Of Mine' van Otis Redding, de onfortuinelijke soulzanger die op 10 december bij een vliegtuigcrash om het leven kwam, dit samen met vier leden van 'The Bar-Keys' en zo werd meteen 'Stax' een beetje onthoofd. Ja, het verhaal duurt al veuls te lang en op de tonen van Booker T & The MG's met vanavond als Booker T ene Patrick Cuyvers, als Steve Cropper is er Bart Ieven en de ritme sectie bestaat uit Al Jackson Jr. aka Dirk Oliesteder en bassist Donald 'Duck' Dunn hier als zijnde Jan Ieven. Finally het muzikale startsein van deze 'Igor's Soul Train' wordt dan 'Green Onions'.
Toch ook nog een kleine voetnoot voor 'Don Cornelius' en zijn 'Soul Train' want zonder hem was er misschien ook niet deze 'Igor's Soul Train'. Voor de gekende 'Soul Train Line Dance' waren er enkele dansers opgetrommeld en deden zo ook een bescheiden voorstelling van deze iconisch danspasje. Niet mis mee maar de 'zwarte grooves' zitten hier uiteraard niet in ons blanke DNA, zeker niet in het mijne. Diene van het licht en geluid was te intens bezig met zijn rookmachine in plaats van deze 'Peltse Soul Train Dansers' even in de spotlights te zetten. Door het herhalen van 'Ruth Brown' haar 'Teardrops in My Eyes' werd de 'Line Dance' zo ook al vlug een 'Lindyhop', een Afro-American dans die ook zijn ontstaan kende in de clubs van Harlem (NY).
Daarna ook een moment dat 'Stefanie Onclin' zich op gevaarlijk glad ijs begaf met het brengen van die chartbuster 'I'd Rather Go Blind' uit 1968 van onze geliefde Etta James en zo komt ook 'Chess Records' uit Chicago even in beeld al behoord dit nummer tot de 'Muscle Shoals' era van Alabama. Tot voor het aaneenpraten van dit verhaal had Igor Maseroli nog niet al te veel moeten blazen en dit zou met een funky medley dan weer anders worden. Nummers in deze medley waren onder meer 'Last Night' van 'The Mar-Keys' en 'Soul Brother, Soul Sister' uit 1968 van 'The Capitols' en zo bevinden we ons even in de 'Northern Soul'.
De jaren 70-tig stonden ook bekend voor zijn vele nevenstrekkingen in de zwarte muziek en zo komen we uit bij 'Jazz Funk'. Weerom tijd voor een medley met 'Stefanie Onclin' terug in de hoofdrol. Zij transformeerde zo even in de rol van Randy Crawford en de toen nog door het leven gaan als 'The Crusaders' met uit 1979 die enorme hit 'Street Life' en kon PC zich uitleven op zijn 'Wurlitzer'. Ook nog luisterden we naar 'What A Man' dat origineel ook nog uit het 'Stax' arsenaal komt en eindigt ze hier met 'Tainted Love' van Gloria Jones uit 1964.
Was Igor toen al uitgeblazen? Yep, want het laatste zou meteen ook het bisnummer zijn en zo miste ik toch ook een beetje de explosiviteit waar ik hem van ken. Misschien waren mijn verwachtingen net een beetje te hoog gespannen in het naar de 'Palethe' komen en kwam de echte 'Soul Train' à la 'Don Cornelius' mijn inziens een beetje te weinig aan bod. De dansers die konden dan even terug aan het werk door spinner 'Mr. Critical' met Sexmachine' van James Brown en zo wordt het thuis terug het rijke arsenaal uit de kast halen van 'Atlantic' 'Motown' en 'Stax'. Het achterwegen blijven van de 'Philly Sound' kan ik door het beperkte instrumentarium hier vanavond nog wel begrijpen.
Don Cornelius (1936-2012)